Proeven wij nog zout?
In Mattheüs 5 zegt Jezus tegen Zijn volgelingen: ‘U bent het zout van de aarde!’
Als Jezus tegen Zijn volgelingen zegt dat ze zout zijn, dan doelt Hij op de eigenschappen van zout. Zout heeft meerdere eigenschappen: het is bederfwerend, het is smaakmakend en zout lost gemakkelijk op in water. Jezus geeft hier dus aan dat christenen bederfwerend en smaakmakend zijn.
Spiegel deze eigenschappen eens naar jezelf: ben ik bederfwerend? Wanneer ik ergens kom, wordt dan de zonde ingetoomd? Wanneer je bijvoorbeeld op een feest bent waar flink gedronken wordt en waar mogelijk gevloekt wordt, dan kan het zo maar zijn dat jouw aanwezigheid anderen intoomt: ‘Laten we het nu maar niet doen omdat hij er is …’
Hoe is mijn inbreng in gesprekken? Ben ik smaakmakend? Spreek ik goed van God? Laat ik anderen horen, hoe goed het is God te dienen? Smaak ik naar meer, om het eens zo te zeggen?
Zout lost ook gemakkelijk op. Dat geldt twee kanten op: je gaat op in de grijze massa of je beïnvloedt met jouw aanwezigheid de massa. Wanneer zout oplost in water, proef je dat. Aardappels die niet in zout water gekookt zijn, smaken flauw. Het zout geeft pit aan het geheel. Geef ik pit aan de samenleving? Of ben ik vlees noch vis? Ga ik op in de massa?
David Wafula uit Kenia vergeleek de kerk van Kenia onlangs ook met zout. Een zoutkristalletje om precies te zijn. Een zoutkorrel dus. Hij gaf aan hoe de bevolking van Kenia explosief groeit. Zijn verwachting is dat de totale bevolking over dertig jaar negentig miljoen zal zijn. ‘Zonder het trainen van pastors en kerkleiders zal de kerk van Kenia niet meer zijn dan een zoutkorrel in een flinke emmer water.’
Eén zwaluw maakt nog geen zomer. Eén zoutkorrel zorgt nog niet voor genoeg pit. Hoe meer zoutkorrels, hoe meer pit. Wanneer de bevolking van Kenia exponentieel groeit, zou het aantal kerkleiders ook exponentieel moeten toenemen met een nog grotere groeifactor. Alleen dan zal de kerk smaakmakend en bederfwerend kunnen blijven door op te lossen in de grote emmer water.
Ben ik een korreltje zout, of nemen ze me met een korreltje zout?
Helpt u mee voorgangers toe te rusten, zodat ze hun zoutend werk kunnen doen?